Op de Donauvlakte in het zuidwesten van Slowakije ligt het kleine plaatsje Nová Vieska. In dit lagergelegen deel van Slowakije, middenin de Strekov wijnregio, ligt het wijnhuis van de familie Mátyás, gerund door vader en zoon: András en András junior. Het wijnhuis is gelegen op de eerste heuvel vanaf de Donau, met veel zon door de zuidwestelijke ligging. Hoewel de familie al honderden jaren lang op kleine schaal wijn produceert – een oude traditie die vooral gericht is op de lokale wijnconsumptie – begint het wijnhuis in 2003 serieuzere vormen aan te nemen. Vader András produceert in dit jaar de eerste wijnen die bedoeld zijn voor een groter publiek. Dit inspireert András jr. om ook de wijncultuur in te duiken, waarna hij een studie wijnbouw volgt. Na enkele jaren is het stuk land rondom het huis te klein voor het alsmaar groeiende project, waarna de familie Mátyás in 2008 en 2009 de twaalf hectare grond koopt waarop zij nu nog steeds druiven verbouwen.
De filosofie van het wijnhuis is gericht op een terugkeer naar de natuur. Dit betekent een samenwerking met de natuur, zonder het land te exploiteren. Deze samenwerking tussen mens en natuur is terug te zien in zowel de restoratie, als het onderhoud van de biodiversiteit en daarnaast de duurzame cultivatie van het land. Sinds het begin gebruiken zij geen chemicaliën of industriële methoden voor de landbewerking en het maken van hun wijn, wat in 2013 tot organische certificatie heeft geleid. Dit willen zij de komende jaren uitbouwen tot een volledig biodynamische agricultuur. De druiven worden geteeld op kalksteen en zandsteen, wat een mooie mineraliteit geeft aan de wijnen van Mátyás.
Dezelfde soort filosofie geldt voor het werk – of het gebrek daaraan – in de wijnkelder. Het fermentatieproces en de rijping moeten op natuurlijke wijze hun werk kunnen doen, zonder de interventie van mens en technologie. Vader en zoon Mátyás observeren deze processen vooral. De enige interventie is een minimaal gebruik van sulfiet. Gisten, enzymen en andere toevoegingen zijn al lange tijd de kelder uit verbannen. Dit leidt tot een wijnstijl waar de individualiteit van de druiven en de natuurlijke processen leidend zijn, en daarmee het eigen karakter van de wijn centraal staat.
